Het komt wel goed schatje! 30-11-2023

30-11-2023

Het komt wel goed schatje!
 
De kracht van twijfel en onzekerheid in het leerproces
 

Ze schijnt het nooit gezegd te hebben. Pipi Langkous. 'Ik heb het nog nooit gedaan, dus ik denk dat ik het wel kan'. Maakt misschien ook niet zo heel veel uit eigenlijk, waar het om gaat is dat het een mooie quote is die veel mensen aanspreekt. De gedachte erachter is dat we er van uit gaan dat iemand met veel zelfvertrouwen beter zal presteren dan een twijfelaar.
 

En eerlijk is eerlijk, het klinkt ook nergens naar: ‘ik heb het nog nooit gedaan, dus ik weet niet ik het wel kan’. Dat zou Pipi zeker nooit gezegd hebben! Maar toch blijkt dat dichter bij de waarheid dan we geneigd zijn te denken...

Toen ik zelf nog onderzoek deed dacht ik er ook zo over: zelfvertrouwen, dat moet wel goed zijn voor de prestaties. Van studenten in het geval van mijn onderzoek. Het is maar goed dat je als onderzoeker altijd met twee ogen kijkt naar je resultaten: mijn hypothese is correct versus mijn hypothese is niet correct. Het klopt wat ik beweer of het klopt niet wat ik beweer. Het klopte namelijk helemaal niet wat ik dacht.

Één van de dingen die ik onderzocht heb was de invloed van persoonlijkheid op studieprestaties. Persoonlijkheid wordt in het algemeen gemeten aan de hand van vijf factoren: Extraversie, Vriendelijkheid, Ordelijkheid, Openheid en, nou komt 'ie, Emotionele Stabiliteit. Deze vijf factoren worden ook wel de Big Five genoemd. 

Een hoge score op Emotionele Stabiliteit betekent dat je kalm en in balans bent. Niet snel uit het veld geslagen of van streek. Iemand die lager scoort op Emotionele Stabiliteit (de tegenhanger wordt ook wel Neuroticisme genoemd) reageert vaker of sterker op een emotionele manier op bepaalde gebeurtenissen en heeft eerder of vaker last van stress.

Tot mijn grote verrassing bleek uit mijn onderzoeksresultaten dat een lichte mate van Emotionele Instabiliteit goed is voor de prestaties van studenten. Dat bleek weer te komen doordat deze studenten hoger scoorden op motivatie. En toen ging er bij mij een lichtje branden! Want is dat eigenlijk ook niet volkomen logisch?

Stel je hebt een tentamen. Rij-examen. Sollicitatiegesprek. Olympische finale. En je denkt bij jezelf: ik weet het nog zo net niet. Of dit 'm wordt. Dan werk je toch veel harder dan wanneer je denkt 'kat in 't bakkie'? En dus, als je een tikkie nerveus bent of het je gaat lukken zet je logischerwijs een tandje bij. Vooropgesteld dat je het daarvoor belangrijk genoeg vindt natuurlijk.

We staan er vaak niet bij stil, maar motivatie, gedrevenheid en inspiratie zijn emoties, zijn woorden om uit te drukken in wat voor stemming je bent. Een emotionele reactie op een gebeurtenis of op het vooruitzicht op die gebeurtenis kan dus juist heel goed zijn! Althans, zo lang als het je helpt om tot goede prestaties te komen. Regelrechte faalangst met een black-out als gevolg helpt dan weer niet natuurlijk.

Nou zal menig onderwijsprofessional bekend zijn met de term 'self-efficacy' die in de wetenschappelijke context voor het eerst gebruikt werd door Albert Bandura. Dat lijkt op bovenstaande omschrijving, maar is zeker niet hetzelfde. Self-efficacy gaat over het geloof in het eigen vermogen om specifieke taken uit te voeren en doelen te bereiken. Bijvoorbeeld, een student kan een hoge self-efficacy hebben voor wiskunde, maar een lage voor geschiedenis.

Waar Emotionele Stabiliteit meer een vast en onveranderlijk onderdeel van iemands persoonlijkheid is, wordt self-efficacy gevormd en veranderd door ervaringen, leren en interpretatie van eerdere prestaties en reacties in verschillende situaties. En hier wordt het pas echt interessant: de emotionele reactie ‘oeh, ik weet zo net nog niet of ik dit wel kan’ kan dus leiden tot betere prestaties omdat iemand ter compensatie harder gaat werken, en die ervaring kan dus de self-efficacy vergroten!

En dat doet ertoe, want de self-efficacy van studenten en leerlingen heeft invloed op hoe ze leren en studeren en daarmee op hun prestaties: 
 

  • Leerdoelen: studenten met een hoge self-efficacy zijn geneigd om uitdagendere leerdoelen te stellen en zijn ook meer gecommitteerd aan het bereiken van deze doelen. 
  • Inspanning en doorzettingsvermogen: self-efficacy beïnvloedt de hoeveelheid inspanning die studenten bereid zijn te leveren en hoe lang ze volhouden bij tegenslagen of moeilijkheden.
  • Leerstrategieën: studenten met een hogere self-efficacy zijn meer zelfregulerend, wat betekent dat ze actief strategieën ontwikkelen en toepassen en deze ook aanpassen aan verschillende situaties. 
  • Feedback: Studenten met een hoge self-efficacy zijn beter in staat constructieve kritiek te gebruiken om hun leerproces te verbeteren.  

Kortom, twijfel, angst, nervositeit en onzekerheid zijn dus geen dingen om je voor te schamen. Het zijn – mede – de sleutels tot duurzaam succes! Wat ik als docent en trainer anders ben gaan doen door deze inzichten is dat ik onzekerheid bij iemand in een leerproces niet meer zo snel mogelijk probeer weg te poetsen maar juist benut voor wat het waard is. Dus niet zoals in de Roosvicee-reclame ‘het komt wel goed schatje’. Want dat weet je namelijk niet, en dat is maar goed ook! 

Bandura, A. (1997). Self-efficacy: The exercise of control. New York: W.H. Freeman. 

Eggens, L. (2011). The student X-factor: Social and psychological determinants of students' attainment in higher education [Doctoral dissertation, Rijksuniversiteit Groningen].
https://pure.rug.nl/ws/portalfiles/portal/33262156/06_c6.pdf